De uitgestrekte tuin van Malahide Castle & Gardens
Niks imposanter dan een uitgestrekte tuin bij een kasteel van meerdere eeuwen oud. Malahide Castle & Gardens vormt daar geen uitzondering op. Ruim achthonderd jaar Ierse geschiedenis, uitgestrekte wandelpaden en een diverse mix van flora: wat wil een mens nog meer?
Weer zo goed als nieuw
Enkele jaren geleden drong een opfrisbeurt zich op om het geheel opnieuw extra grandeur te bezorgen. Het meest sprekende resultaat daarvan is het nieuwe bezoekerscentrum, waar bezoekers alles leren over de geschiedenis van de tuin en waar de verschillende planten vandaan komen. Tijdens of na je bezoek aan de tuin kan je dan weer terecht in de shop met allerlei leuke accessoires of genieten van de talloze gebakjes in het nostalgisch ingerichte Avoca-café. Een van de bezielers is de huidige hoofdtoezichthouder Paul McDonnell, die ons met plezier rondleidt over het domein. “Sinds 2012, toen de vernieuwingswerken achter de rug waren, zijn we weer helemaal klaar voor de toekomst”, vertelt hij. “Stilstaan doen we echter niet: we willen blijven vernieuwen.”
Isabel en Milo
De eerste sporen van het Malahide Castle gaan al terug tot de twaalfde eeuw. Het was toen al de adellijke familie Talbot die hier woonde en dat was – op enkele onderbrekingen na – ook nog het geval toen het kasteel en de tuinen in de jaren zeventig van de vorige eeuw verkocht werden aan de Ierse overheid en open gingen voor het publiek. Het verhaal van de tuin zoals die vandaag is, begint in 1902. “Voordien had de tuin vooral een praktisch nut: de keuken voorzien van groenten, fruit, kruiden en andere ingrediënten”, zegt Paul. “Met de komst van Isabel Talbot veranderde dat. Zij was gepassioneerd door tuinieren en voegde veel planten toe. Ze hield daar ook nauwgezet een dagboek over bij. Extracten daaruit zijn nog steeds te bezichtigen in het bezoekerscentrum. Haar opvolger, Milo Talbot, deed daar vanaf 1946 nog een flinke schep bovenop. Hij bracht planten mee uit alle windstreken. Zelfs het Australische Tasmanië bleef niet onaangeroerd. Het is zijn verzamelwoede die geresulteerd heeft in de enorme plantencollectie die hier vandaag aanwezig is. Meer dan vijfduizend verschillende planten, waaronder ook heel zeldzame soorten, kregen hier een plaats.”
Vleugje humor
De tuin bestaat uit verschillende gedeeltes. Wie vooral van uitgestrekte wandelpaden houdt, vindt die op het vrij toegankelijke domein rondom het kasteel. Zes hectare groen worden hier en daar onderbroken door strategisch geplaatste bomen. Voor gezinnen en sportievelingen is er ook meer dan voldoende animatie aanwezig. Met het meeste enthousiasme spreekt Paul echter over de ommuurde tuin, het meesterwerk van Isabel en Milo. “Een van de blikvangers is het nieuwe Cambridge glass house, een herwerking van de originele houten oranjerie die er stond. Hier vind je tal van zeldzame, exotische planten van soms wel vijftig jaar oud. Dat Milo van een vleugje humor hield, wordt eveneens duidelijk. Zo creëerde hij een rozentuin zonder rozen. Andere opvallende elementen die in het ommuurde gedeelte aan bod komen zijn de verschillende oranjerieën, de Alpine Yard met typische planten uit de Zwitserse bergen, de kippenloze Chicken Yard waar vooral zuiderse planten uit bijvoorbeeld Chili gedijen en het zuidwaarts gerichte Peachhouse met onder meer passievruchten, Zuid-Afrikaanse paradijsbloemen en salie.” Die opsomming was dan eigenlijk nog maar een kleine greep. De rest kun je maar beter zelf ter plaatse ontdekken.
Bron TUINEN Landelijke Stijl voorjaar 2015 | Fotografie Dorien Ceulemans | Tekst Bert De Pau