Citytrip Honfleur: mix van cultuur en interieur
Honfleur aan de Normandische kust is een droombestemming voor een romantisch en authentiek uitstapje. Wij gingen de sfeer van dit pittoreske stadje opsnuiven en ontdekte er de perfecte mix van cultuur en geschiedenis en uiteraard een vleugje interieur.
Ontdekkingstocht
Eén blik op het Vieux Bassin van Honfleur volstaat om te begrijpen waarom dit havenstadje jaarlijks bijna drie miljoen bezoekers trekt. In de lente en de zomer is het hier een waar festival van jachten en zeilboten die zij aan zij liggen in deze havenkom. Rondom zorgen de hoge en smalle huizenrijen voor een verrassend en schilderachtig kader. In deze wijk met haar ontelbare bars en restaurants heerst van ‘s ochtends tot ‘s avonds een vrolijke drukte. Hier ontmoeten wij Rosaleen, gids van het toerismekantoor van Honfleur, die ons op onze ontdekkingstocht door de stad begeleidt.
Zoutzolders
“Honfleur is meer dan duizend jaar oud en was destijds een versterkte stad die beschermd werd door wallen”, legt Rosaleen uit. “De Lieutenance, aan het uiteinde van het Vieux Bassin, is het enige overblijfsel van de middeleeuwse vestingen.” Pas in de zeventiende eeuw kende Honfleur een enorme bloei. “Colbert liet de binnenhaven uitbouwen en besloot om drie stenen zoutzolders te bouwen om er de zouttaksen in op te slaan.” Wanneer we de hoofdstraat, de oudste verkeersader van de stad, aflopen, ontdekken we twee van die zoutzolders waarin destijds tot tienduizend ton zout kon worden opgeslagen. Deze indrukwekkende gebouwen zijn nu beschermd als historische monumenten. Tegenwoordig worden er regelmatig culturele evenementen georganiseerd, zoals tentoonstellingen, concerten en opvoeringen.
Architectuur en geschiedenis
Terwijl we de Rue des Petites Boucheries en vervolgens de Rue de la Prison inlopen, vertelt Rosaleen wat meer over de traditionele woonvormen van Honfleur. “Deze streek heeft geen steengroeven, dus werd dit waardevolle materiaal uitsluitend gebruikt voor de officiële gebouwen. De woonhuizen waren opgetrokken in hout, klei en silex.” Onderweg raadt onze gids aan even halt te houden in het Musée d’Ethnographie (quai Saint-Etienne) dat aan de hand van een rijke verzameling dagelijkse gebruiksvoorwerpen beschrijft hoe de Normandiërs leefden vanaf het einde van de achttiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw. We stappen opnieuw langs de kaai Sainte-Catherine om door te lopen naar het plein met dezelfde naam. “Het stadsdeel Sainte-Catherine is ontstaan toen de vestingmuren werden gebouwd”, verduidelijkt Rosaleen. “Het was een zeemanswijk, zoals nog blijkt uit de oude huizen met houten vakwerk.” En dan wacht ons een verrassend schouwspel wanneer we ontdekken dat de kerk van Sainte-Catherine in tweeën is gedeeld. Aan de ene kant staat de kerk, terwijl de klokkentoren aan de overkant staat. Ze zijn allebei van hout en werden gebouwd door scheepstimmerlieden.
Impressionistisch licht
Wanneer we opmerken dat het namiddaglicht zo mooi is, wijst de gids ons erop dat de schilders van de negentiende eeuw heel vaak naar Honfleur kwamen. Doordat in die tijd de verf in tubes werd uitgevonden, hoefden ze niet langer in hun atelier te blijven en konden ze buitenshuis schilderen. De impressionistische stroming had als doel het licht te schilderen en dat van dit stadje aan de zee bleek ongelooflijk zuiver en geraffineerd. Een romantisch panorama en een unieke sfeer trokken de grootste namen aan: Courbet, Boudin, Dubourg, Turner en Huet. Een kleine omweg langs het museum Eugène Boudin (place Erik Satie) laat je onderdompelen in deze wereld van zachte kleuren.
Decoratie van vroeger en nu
Wanneer we terugkeren naar de place Hamelin, ontdekken we een lieflijke etalage die uitnodigt naar binnen te gaan. We zijn bij Créations Marie Vit (place Hamelin), een leuk winkeltje met tal van kleurrijke voorwerpen. Tussen het vaatwerk van Green Gate en Pip Studio, de tassen en accessoires van Cath Kidston, de oude gepatineerde kroonluchters en het antieke linnen worden unieke creaties in gemarmerd papier tentoongesteld die met natuurlijke kleurstoffen zijn vervaardigd. Die gemarmerde creaties zijn eveneens terug te vinden in de geplooide lampenkappen. Iets verderop ontdekken we de nostalgische sfeer van het winkeltje Campagnes, dentelles et roudoudous (41, rue Haute). Omdat ze gefascineerd is door mooie antieke voorwerpen, schuimt Anice alle rommelmarkten van de streek af op zoek naar kleine schatten van vroeger. Ze heeft een heel bijzondere voorliefde voor jurken uit de jaren vijftig.
Bron: Wonen Landelijke Stijl april/mei 2014 | Fotografie: Jonah Samyn | Tekst: Claire Devilliers | Vertaling: Tiny Lepeire en Katleen Olaerts